Belastingdienst let weer op schijnzelfstandigheid

 6 januari 2025 – Maak een afspraak

In 2016 werd de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) van kracht. Die moest duidelijk maken of iemand echt als zzp’er bij een opdrachtgever aan het werk was. Maar omdat de regelgeving onduidelijk was, is de wet jarenlang niet gehandhaafd. Daar komt verandering in. Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst weer controleren op schijnzelfstandigheid. Wat betekent dat voor zzp’ers en voor bedrijven die zzp’ers inhuren?

Wanneer iemand als zzp’er werkt, geniet hij een paar belastingvoordelen. Ook bedrijven die zzp’ers inschakelen, hebben daar voordeel van. Maar om misbruik te voorkomen, stelt de Belastingdienst wel voorwaarden aan het ondernemerschap. Voldoe je daar niet aan dan word je beschouwd als schijnzelfstandige. In de ogen van de belastingdienst werk je dan als iemand met een arbeidsovereenkomst.

In dat geval heb je geen recht op zelfstandigenaftrek, mkb-winstvrijstelling en eventueel startersaftrek.  Bedrijven moeten voor iemand in loondienst belastingen afdragen en voldoen aan wetgeving, bijvoorbeeld op het gebied van ziekteverzuim en ontslag.

Werkrelatie onder de loep

In de Wet DBA draait het vooral om de manier waarop zzp’er en opdrachtgever samenwerken. Nu de Belastingdienst de Wet DBA weer gaat handhaven, doen bedrijven en zzp’ers er goed aan om hun onderlinge werkverhouding onder de loep te nemen. Je kunt als zzp’er controleren of de Belastingdienst je beschouwt als een ondernemer voor de inkomstenbelasting. Maar daarmee ben je er nog niet. Want zelfs als je ondernemer bent voor de inkomstenbelasting, kan er toch sprake van schijnzelfstandigheid zijn. Wanneer ben je nu zzp’er en wanneer werk je in loondienst?

Loondienst heeft drie kenmerken:

  • Je mag het werk niet door iemand anders laten doen. Je moet het zelf uitvoeren.
  • Je ontvangt loon. Je krijgt bijvoorbeeld een vast bedrag per maand, ontvangt vakantiegeld en/of wordt doorbetaald bij ziekte.
  • Er is een gezagsverhouding tussen jou en de opdrachtgever. De opdrachtgever kan bijvoorbeeld bepalen hoe, wanneer, waar en met wie je aan de opdracht werkt. En hoeveel uur of hoeveel dagen per week je daarmee bezig bent.

Werkafspraken vastleggen

Om schijnzelfstandigheid te voorkomen moeten werkafspraken goed vastgelegd worden. Maar hoe? Gebruik je een Modelovereenkomst die goedgekeurd is door de Belastingdienst? Dan mag dat nog tot de einddatum van de overeenkomst. Maar zo’n overeenkomst maakt niet duidelijk hoe er in de praktijk wordt gewerkt. En dat staat juist wel centraal in de Wet DBA. De Belastingdienst gaat daarom geen nieuwe modelovereenkomsten meer goedkeuren. Een Overeenkomst van Opdracht (OVO) is dan misschien een beter idee. Daarin kun je onder meer vastleggen dat er geen gezagsverhouding is tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.

Werkgevers kunnen met de Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie nagaan of ze iemand als zzp’er kunnen inhuren of een arbeidscontract moeten aanbieden. En het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft een keuzehulp gemaakt om ervoor te zorgen dat beide partijen voor de juiste contractvorm kiezen.

Belastingdienst is voorlopig mild

Wat zijn de gevolgen als de Belastingdienst volgend jaar schijnzelfstandigheid vaststelt? Dan is er nog geen reden voor paniek volgens staatssecretaris Folkert Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst). Er is een overgangsperiode van een jaar waarin opdrachtgevers en zzp’ers eerst een waarschuwing krijgen. Blijft de schijnzelfstandigheid voortbestaan, dan betalen werkgevers een ‘verzuimboete’. Die bedraagt 10 procent van de verschuldigde inkomstenbelasting, met een maximum van 5.514 euro. Normaal is dat 50 procent zonder maximum. En de naheffing geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 – normaal is dat vijf jaar. Voor zzp’ers zijn er volgend jaar nog geen gevolgen. Maar als ze de schijnzelfstandigheid niet tegengaan, kunnen ze uiteindelijk ook naheffingen en boetes krijgen.

Nieuwe wet in aantocht

Omdat de Wet DBA niet duidelijk genoeg is, wordt er gewerkt aan een nieuwe wet: VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden). Die moet vooral de gezagsverhouding tussen zelfstandige en opdrachtgever verduidelijken. De volgende vragen staan daarbij centraal: houdt de werkgever toezicht of geeft hij aanwijzingen over het werk?

Zijn het werk en de werkende onderdeel van de organisatie? En is het logisch dat iemand niet als werknemer werkt, bijvoorbeeld omdat hij voor eigen rekening en risico werkt? Ook wordt waarschijnlijk wettelijk vastgelegd dat er bij een uurtarief onder de 33 euro sprake is van een arbeidsovereenkomst. Wanneer de wet ingaat is nog onduidelijk. De Raad van State moet er nog een advies over uitbrengen en daarna volgt er een stemming in de Eerste en Tweede Kamer.

Ondernemersrisico’s verzekeren

Ondernemer zijn betekent dat je kansen hebt, maar ook dat je met risico’s om moet gaan. Hoe je dat doet, kun je bespreken met je Univé-adviseur. Die kan jouw situatie analyseren en laten zien wat de gevolgen zijn als bijvoorbeeld je bedrijfsmiddelen beschadigd raken of als je inkomen daalt door arbeidsongeschiktheid. Samen bespreek je wat de beste oplossing is om die risico’s te beperken. Meer weten? Maak een afspraak.

Tekst: Univé

Gratis Bedrijfsverzekeringscheck

Als ondernemer zijn je wensen, doelen en situatie altijd in beweging. Ditzelfde geldt voor wet- en regelgeving. Daarom is het belangrijk om je verzekeringen up-to-date te houden zodat ze passen bij jouw persoonlijke én zakelijke situatie. Maar wij weten ook dat het vinden van de tijd om je verzekeringen weer eens door te nemen, er vaak bij in schiet. Daarom staan wij voor je klaar.

Wat kun je van ons verwachten?
Onze zakelijke adviseurs helpen je graag, en belangrijker nog: zij denken met je mee. Tijdens de gratis Bedrijfsverzekeringscheck bekijken ze of je nog goed verzekerd bent, of je niet oververzekerd bent en of jouw verzekeringen nog passen bij je situatie. Hiermee voorkom je dat je betaalt voor risico’s die wellicht nu niet van toepassing zijn.